Het kabinet en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben een belangrijke stap gezet naar de verbetering van de jeugdzorg. In dit artikel bespreken we kort wat dit principeakkoord inhoudt en hoe het bijdraagt aan een betere jeugdzorg.
Hervormingen in de jeugdzorg zijn hard nodig
Hervormingen in de jeugdzorg zijn hard nodig om jeugdigen en gezinnen die dat nodig hebben zo snel mogelijk passende zorg te bieden. Tegelijkertijd moet het hele jeugdzorgstelsel financieel houdbaar worden. Om deze doelen te bereiken zijn maatregelen en middelen nodig. Het kabinet en de VNG bereikten in een principeakkoord het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. Dit is een belangrijke stap naar een inhoudelijk akkoord.
Afgesproken is dat in 2024 en 2025 besparingen met in totaal 385 miljoen euro worden verwacht. Daarmee moeten gemeenten in staat zijn om in ingewikkelde maatschappelijke omstandigheden de jeugdzorg te verbeteren. Dit is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de jeugdzorg toegankelijker en beschikbaarder wordt voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen.
Hervormingsagenda Jeugd moet voor verbetering zorgen
De Hervormingsagenda Jeugd is een grote hervorming van de jeugdzorg en de grootste sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015. Met deze agenda gaat de jeugdzorg de komende jaren sterk verbeteren. Voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen wordt de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de zorg verbeterd. Papierwerk en administratie moeten ingrijpend verminderen. Voor kinderen en ouders is het van groot belang dat ze dichtbij huis hulp vinden bij stevige lokale teams.
Thuis opgroeien als uitgangspunt
Zoveel mogelijk thuis opgroeien is het uitgangspunt, ook bij hulp aan kinderen. Het doel is om uithuisplaatsingen zoveel mogelijk te voorkomen en het waarborgen van de kwaliteit, effectiviteit en het blijvend leren.
Onderdeel van de afspraken is dat er een commissie van deskundigen wordt ingesteld die tijdens de uitvoering van de hervormingen adviseert over hoe het gaat. Zij controleren de uitvoering van de afgesproken acties en zien toe op hoe de uitgaven zich ontwikkelen. Deze commissie kan adviseren hoe om te gaan met een uitgavenontwikkeling die afwijkt van het nu overeengekomen financiële kader.
Staatssecretaris Van Ooijen is positief over het bereikte akkoord en ziet het als een belangrijke stap naar een inhoudelijk akkoord.
Bron: Rijksoverheid.