Of je nu bent opgegroeid met viervoeters of op latere leeftijd behoefte hebt aan een dierenvriend, het opvoeden van een huisdier blijft een vak apart. Hoe vaak moet jouw huisdier te eten krijgen? En hoe leer je ongewenst gedrag af? Als je eenmaal weet hoe je het moet aanpakken, loopt het vanzelf. Zó voed je jouw huisdier op!
Opvoeden van een puppy of hond
1. Hoe vaak moet je een puppy uitlaten?
Een hond is de ideale vriend om een passie voor wandelen mee te delen. Of juist om jezelf met regelmaat de deur uit te krijgen. Niet voor niets moet je een hond consequent met de hondenriem uitlaten. Tot die tijd heb je nog te maken met allerlei tussentijdse plasjes. Een puppy moet je eerst zindelijk maken, omdat ze hun blaas nog niet goed kunnen controleren. Dat betekent vaak naar buiten. Eigenlijk elke keer na het eten, spelen of slapen.
2. Hoe vaak moet een puppy eten?
Pups hebben een kleine maag en eten het liefst vaker op een dag kleinere porties hondenvoer. Daarom is het goed om een puppy in het begin minstens 4 keer per dag eten te geven. Na ongeveer 12 weken verminder je dit naar 3 keer per dag. Na weer 12 weken verminder je het naar 2 keer per dag. Oftewel houdt het volgende lijstje aan:
- Tot 3 maanden = 4 keer per dag
- 3–6 maanden = 3 keer per dag
- 6–12 maanden = 2 keer per dag
- 12+ maanden = 1 van 2 keer per dag
3. Wat te doen als je hond niet luistert?
Probeer je je hond op te voeden en lijkt het nergens toe te leiden? Of verandert het gedrag van jouw oudere hond? Als het één niet lukt, probeer dan eerst het ander. Pas als je hond minder afgeleid is, probeer je het opnieuw. Vergeet ‘m niet te belonen als ‘ie wél luistert. Baasjes vinden het vaak vanzelfsprekend dat een hond luistert en merken het pas op als hun trouwe dierenvriend niet luistert. Zet dus niet alleen je bril op voor het slechte gedrag, probeer het goede gedrag ook te zien. Als de samenwerking goed verloopt, zal je zien dat je zelfs trucjes kunt aanleren.
Top 10 veelgemaakte fouten met huisdieren opvoeden
- Te lang wachten met trainen (bijv. bij honden)
- Niet voldoende trainen (bijv. bij honden)
- Niet belonen van goed gedrag
- Toegeven bij slecht gedrag
- Niet consistent zijn
- Geen huisdierspeeltjes hebben
- Instinctief gedrag af willen leren
- Onvoldoende avontuur bieden
- Onrealistische verwachtingen hebben
- Geen geduld hebben
Opvoeden van een kitten
1. Wat te doen met kittengedrag?
Je moet eraan geloven bij pasgeboren katten: kittengedrag. Ze hangen in je gordijnen, springen op het aanrecht en krabben aan je interieur. Dit instinctieve gedrag moet je ook niét willen afleren. Katten worden ontspannen van krabben en gebruiken hun nagels van nature om niet te vallen of een prooi aan te vallen. Breng je kat liever naar de juiste plek wanneer je viervoeter aan je bank krabt. En zet de krabpaal in de looproute van je kat om het gemakkelijker te maken. Haal speeltjes in huis en ruim ze ook weer op, zodat je kat niet gewend raakt aan de speeltjes en het dagelijks op een nieuwe prooi lijkt.
2. Wat te doen als je kat niet luistert?
Beloon een kat, net als een hond, bij goed gedrag. Bijvoorbeeld bij het krabben aan de juiste krabpaal en het spelen op de goede plek. Het is niet zo dat een kat niet wil luisteren. Vaak begrijpt een kat niet eens wat je bedoelt, als je niet genoeg tijd neemt om dit aan te leren. Woorden als “af” werken overigens echt alleen bij honden. Doe dan ook geen moeite om een woordenboek aan te leren. Het enige dat katten op termijn enigszins herkennen is hun eigen naam. Bijt je kat? Stop dan met spelen en berg eventuele speeltjes op. Zo kan jouw slimme viervoeter het bijten linken aan niet mogen spelen.