Ga naar de inhoud

10 onvergetelijke herinneringen aan de lagere school in de jaren ’50

Herinneringen

De schooltandarts, aap-noot-mies, roken in de klas. Kan jij je het nog voorstellen? Terugdenkend aan de lagere school in de jaren ’50, komen er nog meer herinneringen naar boven die het unieke karakter van die tijd weerspiegelen. 

10 typerende momenten van de basisschool in de jaren ‘50

1. Opvoedkundige maatregelen in de jaren ’50

‘Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten’, een gezegde dat we allemaal eens hebben gehoord. In die tijd stond men erop dat de gevolgen van onze daden zichtbaar waren. Als je destijds op de lagere school zat, kon je zeker beamen dat dit het geval was.

‘Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten’

Ondeugend gedrag werd bestraft met een plek in de hoek, een verbanning naar de gang, een tik met een liniaal, nablijven of het schrijven van strafregels. Zo moesten sommige ‘baldadige’ klasgenoten, wel 100 keer een van de onderstaande strafregels schrijven: 

  1. Ik zal mijn huiswerk altijd op tijd maken en inleveren.
  2. Ik zal niet praten tijdens de les zonder toestemming van de leraar.
  3. Ik zal mijn stoel niet schuiven of wiebelen tijdens de les.
  4. Ik zal mijn hand opsteken voordat ik iets wil zeggen in de klas.
  5. Ik zal mijn medeleerlingen niet storen tijdens hun werk.

2. De leraar voor in de klas

Tegenwoordig lopen leraren vaak door het klaslokaal. Vroeger was dit anders en zat de onderwijzer(es) aan een houten tafel voor in de klas. Vaak bevond de onderwijzer(es) zich op een verhoging van hout, zodat hij of zij een goed overzicht had over de hele klas. Handig, zou je denken. Maar als kind kreeg je hier maar de bibbers van. 

3. Roken in de klas

Het is overduidelijk dat de tijden sinds onze jeugd behoorlijk veranderd zijn. Sterker nog, bepaalde dingen die vroeger heel normaal waren, zijn tegenwoordig bij wet verboden. Roken in de klas is daar een typisch voorbeeld van. Het was heel goed mogelijk dat je onderwijzer destijds regelmatig een pijp of sigaret opstak in het klaslokaal. Als de rookwaar op was, kon je het als kind (ook onder de 18) zelfs gewoon afrekenen! 

Op deze plekken mocht je vroeger gewoon roken 

4. De oude, krakende houten schoolvloer

Herinner jij je die oude houten vloer in het klaslokaal nog? Tussen de planken zaten vaak aanzienlijke spleten. Dat was behoorlijk vervelend, want er viel regelmatig iets tussen. Een potlood was niet zo’n probleem, maar als je waardevolle ring of ketting er tussendoor glipte, huilde je tranen met tuiten. Die oude, dikke planken waren namelijk niet te bewegen.

5. De uitdaging van het schrijven met een kroontjespen

Voor linkshandigen was de kroontjespen een ware nachtmerrie. Het was vrijwel onmogelijk om te voorkomen dat je niet je eigen inkt uitveegde. Zelfs rechtshandigen hadden moeite met het schrijven met een kroontjespen, en knoeien was bijna onvermijdelijk. Als je ‘geluk’ had, schreef je op vloeipapier, waarop de inkt sneller droogde dan op gewoon papier.

Dit gebeurde er vroeger als je linkshandig schreef

6. Het schoolrapport van vroeger

Vroeger liet je schoolrapport niets aan de verbeelding over. Elk vak werd beoordeeld met cijfers. Niet erg zou je denken, alleen vroeger waren ze een stuk strenger dan nu. Er was ook ruimte voor een korte tekst, waar je ouders konden lezen dat je moeite had om je aandacht bij de les te houden of dat je vaak door de les heen praatte. Toch liet je trots je rapport aan iedereen zien. Je kreeg van je tante een dubbeltje en van je opa een kwartje. Blij dat je ermee was! 

7. De traditionele schoolomgeving van vroeger

Tijdens de jaren ’50 was het klaslokaal gestructureerd ingedeeld met houten banken en stoelen waar 2 leerlingen naast elkaar zaten. In een hoek van het lokaal stond een warme kachel en vooraan pronkte het herkenbare telraam. Wie kan zich het nostalgische leesplankje nog herinneren? Dit plankje diende om te leren lezen en had een kleine rand waar de bijbehorende letters geplaatst konden worden. ‘Raam – roos – neef’ was de eerste opdracht, later vervangen door ‘Aap-noot-mies’. En laten we de educatieve schoolplaten aan de muur niet vergeten. Zodra de leraar ze oprolde voor het schoolbord, wist je dat het tijd was voor een les. Waar bevond Overijssel zich ook alweer?

8. Omvangrijke klassen

Recent onderzoek toont aan dat een ideale klas uit 12 leerlingen bestaat. Hoe meer persoonlijke aandacht, hoe beter. In de jaren ’50 was dit totaal niet aan de orde. Soms bestond een klas zelfs uit wel 50 klasgenoten. Daarom werd er voornamelijk collectief gewerkt.

9. De school geneesheer en de schooltandarts

De aanwezigheid van de schoolgeneesheer en de schooltandarts behoort al geruime tijd tot het verleden. Gelukkig maar, want als kind in de jaren ’50 keek je hier enorm tegenop, om het mild uit te drukken. Vooral de schooltandarts roept zelfs nu nog bij de meeste mensen onprettige herinneringen op. 1 of 2 keer per jaar parkeerde de tandarts-bus op het schoolplein en dan was de hele school aan de beurt… Help!

10 herinneringen aan de school (tand)arts 

10. Dagelijks schoolmelk

Schoolmelk! Wie is er niet mee grootgebracht? Als je in de jaren ’50 naar school ging, herinner je je ongetwijfeld de Campina-campagne en de verhalen van Joris Driepinter. Van de lauwe, niet zo smakelijke flesjes melk tot de zilveren capsules.

Schoolmelk, heb jij het vroeger ook gedronken?

Terugdenkend aan de basisschooltijd in de jaren ’50, komen er nog veel meer herinneringen naar boven. Deze ervaringen vormen een levendig mozaïek van onze jeugd. Wil jij ook meepraten over vroeger, en verhalen delen met leeftijdsgenoten? Maak dan een gratis account aan en praat mee op SchoolBANK.nl.

Meer over: