Volgens gerenommeerd hersenkenner Erik Scherder hebben haatreacties op sociale media een negatieve impact op onze hersenen. Regelmatig zie je negatief commentaar onder een bericht verschijnen. Niet altijd wordt erbij nagedacht wat de consequenties voor een persoon kunnen zijn.
Haatberichten activeren namelijk delen in onze hersenen die ook activeren bij fysieke pijn. Scherder dringt aan op meer bewustzijn rond deze kwestie en roept het publiek op om af te zien van haatreacties.
Haat versus lichamelijke pijn
Hersenkenner Erik Scherder stelt dat haat niet goed is voor ons brein. De negativiteit die voortvloeit uit haatreacties stimuleert specifieke gebieden in onze hersenen, die op dezelfde manier reageren als bij het ervaren van fysieke pijn.
Die pijn wijst op het schadelijke effect dat haatberichten kunnen hebben. Om deze reden roept Scherder mensen op om zich te realiseren wat ze anderen aandoen met hun online gedrag. Hij benadrukt dat als men niets aardigs te zeggen heeft, het beter is om niets te zeggen.
Juicekanalen: vrijheid van meningsuiting of slechte journalistiek?
“Juicechannels, zoals het Instagramkanaal van Yvonne Coldeweijer, zouden er goed aan doen om de ethische richtlijnen te volgen die gelden in de journalistiek.” Dat zegt secretaris Paul Teixeira van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ).
Toevlucht tot muziek en lichaamsbeweging
Boosheid en agressie kunnen onze hersenen schaden. Wat kunnen we dan doen als we met deze intense gevoelens worden geconfronteerd? ‘Naar muziek luisteren of een stukje lopen’, zegt Scherder. Hij adviseert dat deze activiteiten zowel de geest als het lichaam kunnen kalmeren, wat bevorderlijk is voor onze mentale gezondheid.
Afgelopen week werd bekend dat er een stijging is zelfmoordcijfers onder jonge vrouwen is. Dat is zorgwekkend!
Positieve effecten van complimenten
Scherder is van mening dat men eerder moet kiezen om complimenten te geven dan haatberichten te verspreiden. In een eerdere video heeft hij uitgelegd dat het ontvangen van een compliment leidt tot de productie van dopamine, een stof die ons een goed gevoel geeft en negatieve emoties zoals angst en onzekerheid vermindert.
Het is daarom belangrijk om te erkennen dat elk woord dat we spreken of typen een grote impact kan hebben, zowel positief als negatief, op de hersenen van de ontvanger. Laten we bewust kiezen voor meer vriendelijkheid en positiviteit.
Erik Scherder: impact van haatberichten en complimenten
Impact van haatberichten:
- Psychologische impact: haatberichten kunnen ernstige psychologische schade veroorzaken bij degenen die het doelwit zijn. Dit kan leiden tot angst, depressie en andere mentale gezondheidsproblemen.
- Sociale impact: het verspreiden van haatzaaiende berichten kan sociale relaties onder druk zetten. Het kan leiden tot verdeeldheid in gemeenschappen en groepen, en het kan de samenhang van de samenleving schaden.
- Fysieke impact: in sommige gevallen kunnen online haatberichten leiden tot fysiek geweld of intimidatie. Het kan aanzetten tot haatmisdrijven en de veiligheid van individuen in gevaar brengen.
- Belemmering van vrije meningsuiting: hoewel vrijheid van meningsuiting een belangrijk recht is, kunnen haatberichten dit beginsel op de proef stellen. Ze kunnen leiden tot zelfcensuur en beperkingen op vrije meningsuiting om de verspreiding van haat te voorkomen.
- Economische impact: bedrijven kunnen schade ondervinden als gevolg van online haatberichten. Merkreputaties kunnen worden geschaad, wat kan leiden tot financiële verliezen.
- Regulatoire reacties: overheden en sociale mediaplatforms hebben gereageerd op de impact van haatberichten door strengere regelgeving en beleid op te stellen om de verspreiding ervan te beperken. Dit kan de manier waarop mensen online communiceren beïnvloeden.
Het is belangrijk op te merken dat de impact van haatberichten afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder de inhoud van de berichten, de doelwitten en de bredere sociale context. Het aanpakken van online haatberichten vereist vaak een gecoördineerde inspanning van individuen, gemeenschappen, bedrijven en overheden.
Bron: metronieuws, NVJ