Sarah, is een vrouw van in de veertig en lijkt het perfecte leven te hebben. Leuk huis, leuke man, goede baan. Alleen voelt ze zich alles behalve gelukkig. Ze is zichzelf in al die jaren verloren, en is eigenlijk nooit alleen geweest, omdat ze haar man op jonge leeftijd ontmoette. Na een gesprek met haar man besluit ze een jaar lang op reis te gaan om van de vrijheid te genieten, waar ze zó naar heeft verlangd. Ze mag een jaar lang alles doen wat ze wil, zodat ze daarna kan besluiten of ze wil scheiden of verder wil met het huwelijk. En dat leidt tot spannende, sexy avonturen.
Iedere week verschijnt er een nieuw reisverhaal van Sarah. Zij houdt ons op de hoogte van alles wat zij mee maakt. Heb je de vorige delen niet gelezen? Begin dan bij deel 1 van Sarah’s reisgeheimen.
Hoofdstuk 4 – Matias komt steeds dichterbij
Het is al donker wanneer we eindelijk – eindelijk! – de Spaanse stad van zon en zee binnenrijden. De rest van mijn reis met Matías is redelijk aangenaam verlopen. Stiekem was het zelfs best gezellig, niet dat ik dat ooit aan hem zou toegeven. Na het moment dat we onze gedeelde liefde voor lezen ontdekten hebben we de resterende uren doorgebracht met het uitwisselen van leestips en onze favoriete quotes. Dat mijn buik een koprol maakte elke keer wanneer zijn knie langs de mijne streek, probeer ik te vergeten. Verraderlijk lichaam. En hoe zijn sterke, gebruinde armen onder zijn strakke, zwarte t-shirt uitkomen probeer ik ook te negeren. Net als de kleine zweetdruppeltjes die op zijn voorhoofd ontstaan nu hij mijn koffer voor me de trein uit tilt. “Mierda, wat heb je bij je? Alle boeken die je wilt signeren?” roept hij. “Nee, maar ik weet niet hoe lang ik van huis zal zijn dus ik heb genoeg spullen nodig, oké”, meld ik hem terwijl ik de koffer uit zijn handen trek. “En bedankt voor het tillen”, voeg ik er wat zuur aan toe. Wanneer Matías ook zijn (stuk meer bescheiden) koffer uit de coupé heeft gehesen, staan we wat ongemakkelijk tegenover elkaar op het perron. Iets in me wil nog geen afscheid nemen van deze ronduit vervelende man die het bloed onder mijn nagels vandaan heeft weten te halen. Of hij hetzelfde denkt, weet ik niet, maar één ding weet ik wel: hij maakt ook geen aanstalten om weg te gaan.
Ik haal adem. “Dus.. Dat was stom.”
“Verschrikkelijk.”
“Laten we dit nooit meer doen, alsjeblieft.”
“Nooit.”
“Tenzij…”
“Godzijdank. Kom mee.” Matías pakt mijn koffer weer van me af en sleurt hem mee het perron af, terwijl ik verbouwereerd achterblijf. Hij kijkt om en trekt zijn wenkbrauwen op, alsof hij wil zeggen: ‘kom je nog?’. Ik gooi mijn handen omhoog en kijk nog even vol ongeloof om me heen, maar snel dan achter hem aan, de drukte van de stad in.
Sarah beleeft de avond met Matias
“Je hebt seks gehad in het Louvre? Wat een schennis van de Franse cultuur!” roept Matías verbolgen, terwijl hij de fles Spaanse rode wijn uit mijn handen grist en een slok neemt. Ik sla mijn armen over elkaar. “Geen seks! Het was meer… aanraken”, verdedig ik mezelf. Matías schiet in de lach. “Weet je, je bent echt totaal niet wat ik had verwacht. Wat in dit geval een goed teken is.” Ik rol mijn ogen. “Van hetzelfde.” Want het was echt zo: de norse, arrogante man die ik op het perron tegen het lijf liep, verdween als sneeuw voor de zon vanaf het moment dat we besloten allebei te stoppen met ruziemaken. Maar dat de strijdbijl begraven is, betekent niet dat de spanning tussen ons verdwenen is. Hoewel de hoeveelheid wijn ons comfortabel en lacherig heeft gemaakt, borrelt daaronder iets diepers, iets duisterders dat sterker wordt elke keer als onze huid per ongeluk contact maakt.
Dat we ons midden in de nacht op het strand bevinden, met de lichten van de Spaanse stad op de achtergrond, maakt het er niet makkelijker op om dat stemmetje in mijn achterhoofd te negeren dat constant schreeuwt: ‘Zoen hem! Zoen hem!’
Matías weet niet dat dit allemaal in mijn hoofd omgaat, en is zich nog steeds hardop aan het verbazen over mijn onkarakteristieke actie in Frankrijk. “Doe je dat vaker, spontane seksuele avonturen beleven met mensen die je pas net hebt ontmoet?”, vraagt hij met een grijns.
“Nooit. Sterker nog, ik heb daarvoor nog nooit iets avontuurlijks gedaan. Met een vreemde op het strand zitten is dus ook al heel wat voor mij”, grap ik.
“Je hebt nog nooit iets avontuurlijks gedaan?” vraagt hij met grote ogen.
“Ik ben een keer alleen naar de film gegaan zonder het tegen iemand te zeggen.”
Matías houdt zijn handen omhoog, alsof hij zich wil overgeven. “Kijk uit mensen, we hebben hier Miss Indiana Jones in eigen persoon!” Voordat ik kan protesteren staat hij op en pakt hij mijn hand. “We gaan dit nu rechtzetten.” Ik laat mezelf omhoog trekken en voordat ik het weet, trekt Matías voor mijn neus zijn shirt uit. “Oeff -”, slik ik, even afgeleid door de gespierde, gebruinde huid die daar tevoorschijn komt. Ik schud mijn hoofd, alsof ik op die manier de gedachten uit mijn hoofd probeer te krijgen. “Wat doe je?”
“We gaan zwemmen.”
“Nu? Het is half 12 ‘s avonds.”
“Als we het morgenmiddag om 3 uur doen zou het niet avontuurlijk zijn.” Hij gaat ongestoord verder met zich uitkleden en één voor één belanden zijn schoenen, sokken en korte broek op de stapel op het witte zand. Opeens staan hij voor me in alleen zijn boxershorts en moet ik heel hard mijn best doen om niet naar beneden te kijken. “Kom op, Sarah, leef een beetje. Je kunt niet alle lol voor de personages in je boeken bewaren, weet je.”
Geschokt knipper ik met mijn ogen. “Dat is… Dat is niet hoe het zit”, snauw ik.
“Bewijs het me”, zegt Matías met een serieuze blik. Dan komt er een ondeugende lach op zijn gezicht en trekt hij in één beweging zijn boxershort naar beneden, schopt hem weg en sprint richting de zee, mij verbouwereerd achter latend. Met een soort oerkreet duikt hij de golven in, en laat zich meevoeren op de stroom van het water. Met zijn lichaam zou de rol van de watergod Poseidon hem niet misstaan. Even overweeg ik om gewoon weg te gaan en zijn spullen mee te nemen, om hem terug te pakken voor die lullige opmerking. Dat zou z’n verdiende loon zijn. Maar dan denk ik… wat zou me dat brengen? Dan maak ik weer niets mee en breng ik de rest van de nacht mokkend in mijn hotelkamer door. En zou Matías gelijk hebben.
Voor ik me kan bedenken trek ik mijn jurkje over mijn hoofd, schop ik mijn sandalen uit. Heel even overweeg ik om mijn slipje aan te houden, maar nee. Als ik dit ga doen, dan doe ik het goed. Ik haal een keer diep adem en trek hem naar beneden. En ik begin te rennen. En opeens voel ik alles: het zachte zand tussen mijn tenen, nog warm van de hete dag. De bries van de zee, die begint af te koelen en zachtjes langs mijn naakte lichaam strijkt. De geluiden van de golven die tegen het strand slaan, en ergens daarachter, het gejoel van Matías. “Yeah, baby!” En opeens is daar die vrijheid, die uitgelatenheid waar ik in mijn boeken talloze keren over heb geschreven, maar nooit écht heb ervaren. Ik voel een lach op mijn gezicht doorbreken en stort me in het koude, zoute water.
Wie had gedacht dat naakt zwemmen zó heerlijk kon voelen? Dat dat kleine stukje stof van een bikini of badpak zo’n verschil kan maken? Het water omarmt me aan alle kanten en ik voel me net een zeemeermin. Dit is hoe zwemmen hoort te voelen. Ik drijf op mijn rug op het water en staar omhoog, naar de sterrenhemel. Opeens vangt iets mijn ogen en ik draai me om en wijs. “Is dat de steelpan?” Matías volgt mijn vinger met zijn blik en glimlacht. “Wij noemen dat de Osa Mayor. De Grote Beer.” Ik knipper met mijn ogen. “Ik wist niet dat we die ook echt konden zien. Ik dacht dat mensen in boeken altijd maar wat zeiden.” Met een slag zwemt Matías mijn kant op en komt tot stilstand voor mijn gezicht. “Sarah, wat heb jij in al die jaren gedaan?”
“Ik weet het niet”, fluister ik, plotseling verlegen nu hij zo dichtbij is.
“Er is nog heel veel dat jij niet weet.” Matías donkere ogen zijn net zo diep als het water onder ons en schitteren net zo als de sterren die boven ons zweven. Ik vergeet hoe ik adem moet halen.
“Zoals?”
Matías komt nog iets dichterbij en laat zijn vinger langzaam langs mijn lippen glijden. Zijn hongerige blik volgt de beweging en ongewild leun ik nog iets dichterbij, zodat onze neuzen elkaar bijna raken. De druppels die op mijn mond achterblijven smaken zout en ik ril. “Koud?”, fluistert hij. “Een beetje”, lieg ik. Matías grijns vertelt me dat hij de echte oorzaak van mijn rillingen vermoed, maar toch knikt hij naar het strand, waar onze kleding nog op ons ligt te wachten. “Kom, er is iets dat ik je wil laten zien.” En weg zijn zijn volle lippen, zijn warme adem op mijn gezicht. Met een zucht zwem ik achter hem aan.
Sarah’s geheime reisverhalen volgen
Iedere week vertelt Sarah over haar reisgeheimen! Ze neemt je mee door heel Europa en verder de komende weken. Benieuwd naar meer? Bekijk dan deel 5!
Laat ons weten wat je van vervolgverhalen vindt via een e-mail naar onze redactie.