Er zijn vandaag de dag meer dan 1000 E-nummers op de markt, de impact die de chemie daarmee op onze voedselproductie heeft is enorm. Met de toename van meer additieven in ons eten maken ook steeds meer mensen zich zorgen over de gevaren ervan. Volgens de autoriteiten op het gebied van levensmiddelen kunnen de stoffen geen kwaad. Toch spreken koks en voedingsdeskundigen zich erover uit en geven de voorkeur aan onbewerkte etenswaren.
E-nummers: zijn ze allemaal zo ongezond? Dit moet je erover weten.
Wat zijn E-nummers?
E-nummers zijn voedseladditieven (De E staat voor Europees). Deze stoffen worden aan voedsel toegevoegd om het langer houdbaar te maken, de smaak te verbeteren, de kleur te versterken, enzovoorts. Om de stoffen zo goed mogelijk te kunnen reguleren heeft de Europese Unie in de jaren ’60 een controlesysteem ingevoerd. Bekende E-nummers zijn: E951 aspartaam, E621 mononatriumglutamaat, E220-228 sulfiet, E965 maltitol, E120 karmijn/cochenille, E960 stevia.
Veel voedingsdeskundigen hebben geen vertrouwen in dat systeem. Ze vinden dat er onvoldoende onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke schadelijkheid van de additieven en waarschuwen consumenten voor de risico’s op bijvoorbeeld huidirritatie, hyperactiviteit, astma, slapeloosheid, netelroos of allergieën. In het ergste geval kunnen ze zelfs kankerverwekkend zijn. Opmerkelijk vinden ze het ook dat er E-nummers zijn die in Nederland zijn toegelaten, die in andere landen verboden zijn.
Waar zitten E-nummers in?
E-nummers zitten het meeste in industrieel verwerkte voedingsmiddelen, zoals sauzen, koekjes, chips, frisdranken, kant-en-klaarmaaltijden en conserven. Cosmetica en farmaceutische preparaten, medicijnen en dierenvoer kunnen ook E-nummers bevatten.
E-nummers zijn ongezond
Culinair journalist Will Jansen van Uitgeverij Bouillon waarschuwt ons voor de gevaren van E-nummers in ons eten. Jansen is de vertaler van het kleine boekje over E-nummers ‘Wat zit er in uw eten?’ uit 2007. Jansen ontdekte het boekje van de Franse schrijfster Corinne Gouget tijdens een van zijn culinaire reizen. Hij had al eerder over de gevaren van additieven gelezen, waardoor het boekje extra zijn aandacht trok. De onderzoeken die Gouget had gedaan naar de gevaren van E-nummers verontrustte hem nog meer, waarop hij besloot het te vertalen en uit te geven in Nederland. Jansen vindt het alarmerend dat E-nummers, onder andere zoutzuur, chloor en aluminium zonder enige terughoudendheid aan ons eten worden toegevoegd.
Maken e-nummers ons leven beter?
De tegenhanger van ‘Wat zit er in uw eten?’ is het boek ‘Ode aan de E-nummers’ van schrijfster en wetenschapper Rosanne Herzberger. Herzberger stelt, op basis van haar onderzoek, dat ‘E-nummers ons leven juist beter maken en dat we niet kunnen stellen dat alleen ‘eten zonder fratsen, puur en eerlijk’ het gezondst is.
Voedsel is chemie, legt Herzberger uit. Want alles is tenslotte chemie. De Australische scheikundeleraar James Kennedy liet om dat te illustreren de lijst zien van ingrediënten van een banaan. Die lijst is lang en de namen van de ingrediënten lijken uit een laboratorium te komen: tryptofaan, proline, fytosterol, kaliumsulfaat, 2-methylpropaan. Toch zijn het gewoon de ingrediënten van een banaan. Kennedy toont ermee aan dat ook natuurproducten vol chemicaliën zitten.
Toch blijven voedingsdeskundige waaronder ook Juglen Zwaan van het label ‘A Healthy life’ consumenten waarschuwen. Volgens Zwaan is het menselijk lichaam niet ingesteld op kunstmatig voedsel en kunnen de additieven de natuurlijke processen in ons lichaam verstoren.
E-nummers zijn onderverdeeld in de volgende groepen:
- E100-199: Kleurstoffen
- E200-299: Conserveermiddelen / Voedingszuren
- E300-399: Antioxidanten
- E400-499: Emulgatoren
- E500-599: Diverse additieven
- E600-699: Smaakversterkers
- E700-799: Conserveermiddelen
Onschadelijke additieven:
- E100, E101, E103, E104, E105, E111, E121, E126, E130, E132, E140, E151, E152, E160, E161, E162, E170, E174, E175, E180, E181, E200, E201, E202, E203, E236, E237, E233, E260, E261, E263, E270, E280, E281, E282, E290, E300, E301, E303, E305, E306, E307, E308, E309, E322, E325, E326, E327, E331, E333, E334, E335, E336, E337, E382, E400, E401, E402, E403, E404, E405, E406, E408, E410, E411, E413, E414, E420, E421, E422, E440, E471, E472, E473, E474, E475, E4802.
Verdachte additieven:
- E125, E141, E150, E153, E171, E172, E173, E240, E241, E4773.
Ongezonde additieven:
-
E102, E110, E120, E123, E124, E131, E142, E173, E200, E210, E211, E213, E214, E215, E216, E217, E220, E221, E223, E224, E230, E231, E232, E233, E239, E311, E312, E320, E321, E330, E338, E339, E340, E341, E407, E450, E461, E463, E465, E466, E520 E521, E523, E554, E555, E556, E598, E600-reeks, E605 en E621.
Bronnen E-nummers: Kinderziekenhuis, Universiteit van Düsseldorf, internetonderzoek.
Schadelijkheid is nog moeilijk aan te tonen
De gevaren van E-nummers aantonen door middel van onderzoeken doen is niet gemakkelijk. Om de doodeenvoudige reden dat mensen niet dezelfde eetpatronen hebben. Niemand krijgt dezelfde hoeveelheden additieven binnen en iedereen reageert anders op de stoffen. We weten niet wat fabrieksmatige additieven op lange termijn doen met een ieder van ons.
‘Verdiep je in voeding en eet vooral waar jij je goed bij voelt’
Ons advies: Verdiep je in voeding, maar eet vooral datgene waar jij je ‘goed bij voelt’ en wat het beste past bij jouw leefpatroon.
En stel jezelf – elke keer als je in de supermarkt staat – de volgende vraag: is dit product met deze additieven gezond voor mij of is het goed voor de producent?
Nog meer leuke weetjes lezen?
- Wat is het verband tussen afvallen en je ochtendrituelen?
- Beschermt vet in je bloed tegen astma of allergiën? De voordelen van vet eten.