Agisme, weer zo’n term waar in Nederland geen naam voor is. Betekent dit dan dat het niet bestaat? Nee zeker niet, discriminatie van onder andere senioren gebeurt veel vaker dan je denkt. Leeftijdsdiscriminatie is niet onschuldig. In dit artikel vertellen we je hoe het zit en wat de gevolgen kunnen zijn van agisme.
In 1969 uitte de Amerikaanse arts, gerontoloog, psychiater, auteur en de eerste directeur van the National Institute on Aging Robert Neil Butler (21 januari 1927- 4 juli 2010) deze term voor het eerst in zijn artikel “Age-ism: Another Form of Bigotry.” Volgens Butler is agisme een sociale constructie die senioren op een stereotype en negatieve manier typeert.
Wat is agisme
Het begrip agisme verwijst niet alleen naar leeftijdsdiscriminatie, ook naar stereotypen en vooroordelen over leeftijdsgroepen. Het labelen van senioren als zwak, zielig en hulpeloos valt niet altijd op tot je er zelf mee te maken krijgt of erop gaat letten. Het hoeft ook niet altijd negatief bedoeld te zijn, maar de strekking is wel altijd dat het over mensen gaat die hun beste tijd nou eenmaal gehad hebben. Agisme verwijst naar persoonlijke (en institutionele) vooroordelen: oud wordt vaak geassocieerd met aftakeling, incompetentie en afhankelijkheid.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ziet agisme, of leeftijdsdiscriminatie, niet als een onschuldig fenomeen. In 2021 schreef de organisatie een internationaal rapport over agisme dat het onderwerp internationaal op de kaart zette en acties formuleerde om het fenomeen aan te pakken.
Volgens de WHO doet agisme zich voor op 3 niveaus:
- Institutioneel
- Interpersoonlijk
- Zelfgestuurd.
Institutioneel agisme ziet op beleid, wetgeving en sociale normen die mensen discrimineren. Een voorbeeld hiervan hebben we gezien bij het beleid rondom Covid-19, waarbij de rechten van senioren duidelijk minder betekenis hadden dan die van de jongere generaties. Wanneer tijdens een code zwart leeftijd een criterium is om iemand wel of niet te behandelen is er sprake van agisme. Je geeft daarbij aan dat het leven van een ouder iemand niet zoveel meer waard is. Ook bij het verstrekken van leningen en hypotheken zien we dat oudere mensen minder rechten hebben.
Interpersoonlijk agisme zien we in de relaties tussen mensen. Een voorbeeld is wanneer hulpverleners op een gekscherende toon tegen senioren praten of ze infantiliseren (verkleuteren). Het komt voor dat mensen niet rechtstreeks tegen senioren praten, maar, waar ze bij staan, vragen aan ze stellen via hun mantelverzorgers of hulpverleners. De intentie hoeft niet altijd slecht te zijn, maar het getuigt altijd van een paternalistische houding.
Bij zelfgestuurd agisme vereenzelvigen senioren zich zo met het idee van agisme, dat ze zelf gaan denken dat ze minderwaardig zijn of te oud zijn om nog met iets nieuws te beginnen. Soms denken ze dat ze hierdoor minder waard zijn.
De WHO wijst erop dat alle 3 de uitingsvormen van agisme grote gevolgen hebben op het fysieke en psychische welzijn van senioren. Hun levenskwaliteit wordt aangetast, agisme zorgt voor vereenzaming en isolatie. Agisme kan ook leiden tot allerlei vormen van mishandeling.
De WHO en de Verenigde Naties willen agisme op de politieke agenda plaatsen. De Verenigde naties hebben 2021 tot 2030 zelfs uitgeroepen tot het decennium van gezond ouder worden, met als speerpunt de manier waarop we nadenken over senioren en hoe ouder worden aan te pakken.
Agisme rapport van de VN hanteert de volgende strategieën:
- Een pleidooi om beleid en wetgeving structureel te vrijwaren van discriminatie en agisme;
- Het sensibiliseren van onderwijsinstellingen en het tegengaan van agisme in het onderwijs;
- Het bevorderen van intergenerationele contacten (wisselwerking tussen generaties).
Uit onderzoek naar de invloed van het zelfbeeld op levensduur blijkt dat senioren die negatief tegenover veroudering staan 7.5 jaar korter leven dan mensen van dezelfde leeftijd die hier geen last van hebben. Hoe belangrijk de associatie van senioren met ouderdom is blijkt ook uit het feit dat de kans op suïcidale neigingen veel kleiner is bij senioren die een positieve associatie hebben met ouderdom. Deze groep is ook minder angstig en geneest sneller na een ongeval.
In januari 2001 werd Age Platform Europe opgericht. Zij strijden op social media tegen agisme onder de hashtag #AgeingEqual.