Het merendeel (69 procent) van de werkende 55-plussers wil graag voor hun 65e – of uiterlijk op hun 65e met pensioen. Slechts een kwart (26 procent) stopt echt op die leeftijd. Eerder stoppen is financieel niet haalbaar. Dat blijkt uit een recent onderzoek van EenVandaag onder 5.600 werkenden tussen de 55 en 67 jaar.
Het onderzoek over eerder stoppen met werken
Aan het onderzoek, dat in december is gehouden, deden 31.446 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. De ondervraagden kregen vragen over verschillende actuele onderwerpen. De vragen over werken op oudere leeftijd zijn voorgelegd aan 5.590 werkenden tussen de 55 en 67 jaar.
Bevindingen
Uit het onderzoek blijkt dat 2/3 verwacht door te moeten werken tot hun 66e, 67e of 68e. De AOW-leeftijd stijgt steeds met een paar maanden en ligt in 2023 op 67 jaar. Het merendeel van de ondervraagden geeft aan te verwachten dat ze op die leeftijd stoppen met werken. Ze geven aan dat ze altijd verwacht hebben dat ze eerder – op 65-jarige leeftijd – zouden kunnen stoppen. Een leeftijd waarop ze ook wel genoeg bijgedragen hebben, is de algemene consensus.
Financieel niet haalbaar om eerder te stoppen met werken
Eerder stoppen is voor de meesten echter niet haalbaar. Een deel van de ondervraagden, 4 op de 10, geeft aan te vrezen dat ze het niet volhouden tot hun 67e. “Ik zou graag op mijn 64e willen stoppen. Maar dan zit ik op bijstandsniveau. Ik móet die extra jaren door om een redelijk pensioen te hebben”, legt 1 van de ondervraagden uit. 1/4 van de ondervraagden meent dat het wel haalbaar is om eerder – nog voor hun 65e – te stoppen met werken. Deze groep heeft gespaard, heeft een regeling op het werk of denkt van wat minder geld te kunnen leven. De helft van de ondervraagden (47%) geeft aan hun huidige baan wel tot hun 67e vol te kunnen houden.
Aard werk doorslaggevend
Uit het onderzoek blijkt dat het soort werk een doorslaggevende rol speelt bij de vraag of mensen het haalbaar achten om tot hun 67e door te kunnen werken. Ouderen met een kantoorbaan, die plezier in hun werk hebben of zich nog fit voelen geven aan het wel vol te houden. Zij willen zelf nog niet stoppen met werken. “Ik houd van mijn werk en heb echt nog geen zin om achter de geraniums te gaan zitten”, geeft 1 van de ondervraagden aan. Voor een groot deel van de mensen die werkzaam zijn in de bouw, zorg of horeca ligt dat anders. Veel van hen zijn al jong begonnen en zijn fysiek ‘op’. “Ik vind het verschrikkelijk om tot mijn 67e te moeten werken. Ik werk al vanaf mijn 17e volle bak in de haven. Dat is niet meer te doen”, geeft een andere deelnemer van het onderzoek aan.
Schat aan ervaring
De ondervraagden geven in het onderzoek aan dat ze meer aandacht willen voor zowel de positieve als negatieve kanten van het ouder worden. Ze zijn misschien wat minder fit en willen graag wat minder uren werken, meer vakantie of aanpassingen in het werk. Ze willen ook aandacht vragen voor de schat aan ervaring die ze te bieden hebben. “Maak gebruik van mijn deskundigheid en geef me daar ook waardering voor”, zegt 1 van de panelleden. “Dat onderscheidt me van mijn jonge collega’s en motiveert me om door te gaan.”
Vergelijking buurland Duitsland
In buurland Duitsland kunnen mensen na 45 dienstjaren stoppen. Dat zijn met name mensen met een zwaar beroep. De panelleden betreuren dat dit in Nederland niet het geval is. Er zijn in Nederland nauwelijks regelingen die dit financieel mogelijk maken. Van de ondervraagden geeft 81 procent aan dat zo’n regeling ook in Nederland zou moeten gelden. Wanneer je zo lang, hard gewerkt hebt en premie betaald hebt zou dat mogelijk moeten zijn, geven ze aan. Sommige politieke partijen en organisaties maken zich hier ook hard voor. Het kabinet staat hier niet achter, omdat het te veel geld zou kosten.
Bron: EenVandaag